FAQ
Wat is Electrify.brussels, hoe installeert u een laadpaal, hoe laadt u uw voertuig op, ...? In onze FAQ vindt u snel het antwoord op al uw vragen!
Over electrify.brussels
Electrify.brussels is de naam van het plan om in Brussel een netwerk van laadpalen voor elektrische voertuigen te installeren die voor iedereen toegankelijk zijn. Meer informatie vind je in het 'electrify.brussels'-uitrolplan.
De toename van het elektriciteitsverbruik door het groeiende aantal elektrische voertuigen vormt inderdaad een technische uitdaging voor Sibelga, de beheerder van het elektriciteitsdistributienet. Deze toename is echter niet buitensporig (naar schatting 20% tegen 2035, met een volledig geëlektrificeerd wagenpark). Bovendien is ze gepland en opgenomen in de investeringen in het net.
De meeste Brusselse gezinnen wonen in woningen zonder privéparking. Daarom bouwen we een netwerk van openbare laadpalen uit op straat en op alle openbaar toegankelijke parkings (kantoren, supermarkten, openbare parkings). Volgens het uitrolplan electrify.brussels zou elk Brussels huishouden tegen eind 2024 over een openbare laadpaal moeten beschikken op minder dan 150 m van de woning.
Over de installatie van laadpalen
Heb ik een milieuvergunning nodig?
Als u eigenaar van een eengezinswoning bent, hebt u geen milieuvergunning nodig.
Zijn alle soorten laadpalen geschikt voor alle voertuigen?
Niet alle elektrische voertuigen zijn compatibel met alle soorten laadpalen. Vooral hybride voertuigen hebben een lager vermogen nodig. Raadpleeg de instructies van de fabrikant.
Ik heb geen eigen parking. Kan ik een aanvraag indienen om bij mij in de buurt een openbaar laadstation te plaatsen?
Het Brusselse netwerk van openbare laadstations wordt volop uitgerold. Het electrify.brussels-plan voorziet in een verdichting van het netwerk, zodat vanaf 2024 elk Brussels gezin toegang heeft tot een laadstation op minder dan 150 meter van zijn deur. Het Gewest (Brussel Mobiliteit en Leefmilieu Brussel) bepaalt met de hulp van onafhankelijke experts (VUB), Sibelga en de gemeenten waar de laadstations komen op basis van precies vastgelegde criteria, zodat alle Brusselaars er baat bij hebben. Het is niet mogelijk om de plaatsing van een openbaar laadstation aan te vragen. Als burger kunt u ons wel met het formulier 'Nood aan een laadstation' melden waar laadstations nodig zouden zijn.
Heb ik recht op financiële steun voor het plaatsen van een laadstation?
De federale overheid voorziet in een belastingvermindering voor de plaatsing van thuislaadstations. Het Gewest voorziet ook in steun voor professionelen. Meer informatie over steunmaatregelen.
Ik heb een parkeerplaats in een appartementsgebouw. Wat zijn mijn rechten/plichten?
De wet op de mede-eigendom (wet van 18 juni 2018 tot wijziging van artikel 577-2 §10 van het burgerlijk wetboek) voert in zekere zin een 'recht op een elektrische verbinding' in aangezien ze elke mede-eigenaar in een gebouw de toestemming verleent om in de gemeenschappelijke delen aanpassingen door te voeren. De mede-eigenaar mag dus (op zijn kosten) een laadstation plaatsen in de mede-eigendom als hij aan een aantal voorwaarden voldoet. Zo moet hij twee maanden op voorhand een aangetekend schrijven sturen naar de syndicus of naar de vereniging van mede-eigenaars.
Welke wetgeving is van toepassing op het plaatsen van laadstations?
De volgende wetteksten bepalen het wettelijke kader:
- Richtlijn 2014/94/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen
- Richtlijn (EU) 2018/844 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2010/31/EU betreffende de energieprestatie van gebouwen en Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie
- Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU
- Ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Besluit van de Brussels Hoofdstedelijke Regering van 28 maart 2019 houdende uitvoerende maatregelen betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 februari 2021 tot vaststelling van de algemene en bijzondere uitbatingsvoorwaarden van toepassing op parkings
- Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2022 tot vaststelling van de verhouding van de oplaadpunten voor parkings evenals bepaalde bijkomende veiligheidsvoorwaarden die van toepassing zijn
Wat zijn de verschillende mogelijkheden om laadstations in een appartementsgebouw te plaatsen?
Er zijn verschillende oplossingen die elk voor- en nadelen hebben. Ga voor meer informatie naar de pagina 'Plaatsen van laadstations in een appartementsgebouw'.
- Individuele oplossing: Elke bewoner plaatst zijn eigen laadstation onder zijn eigen individuele elektriciteitsmeter.
- Collectieve oplossing voor de basisinstallatie: De mede-eigendom investeert in alles wat met bekabeling en aansluiting op het netwerk te maken heeft. Elke bewoner heeft dan de mogelijkheid om op zijn parkeerplaats een laadstation te plaatsen. Deze investering gebeurt op individuele basis. Alle laadstations worden samen beheerd onder de elektriciteitsmeter van de gemeenschappelijke delen.
- Collectieve oplossing voor de basisinstallatie en de plaatsing van laadstations: De mede-eigendom investeert in het hele systeem (bekabeling, aansluiting op het netwerk en laadstations). Elke bewoner heeft zijn eigen laadstation. Een leverancier levert alle laadstations die samen onder de elektriciteitsmeter van de gemeenschappelijke delen worden beheerd.
- Collectieve en gedeelde oplossing: De mede-eigendom levert een aantal laadstations die alle bewoners mogen gebruiken. Bewoners hebben geen eigen laadpunt.
Heb ik een milieuvergunning nodig?
Als uw appartement deel uitmaakt van een gebouw met minder dan 10 parkeerplaatsen, hebt u geen milieuvergunning nodig. Heeft uw gebouw een parking met 10 plaatsen of meer? Dan moet u voldoen aan de wetgeving over milieuvergunningen.
Meer info: ontdek de gids voor het plaatsen van laadpalen in appartementsgebouwen.
Welke veiligheidsvoorwaarden gelden in parkings onderworpen aan een milieuvergunning?
Zorg ervoor dat de laadpunten zijn ontworpen voor het opladen van elektrische voertuigen. De elektrische installatie moet voldoende krachtig zijn om voertuigen te kunnen opladen en gekeurd zijn door een erkende instantie om zeker te zijn dat ze voldoet aan het AREI (algemeen reglement op de elektrische installaties). De voorwaarden zijn ook anders als uw parking overdekt of gesloten is en al dan niet over een automatisch branddetectiesysteem beschikt. In de oplaadzone moet in ieder geval een ventilatiesysteem aanwezig zijn dat de lucht om de 3 uur ververst en een brandblusser van minimum 6 kg. Raadpleeg onze pagina 'Plaatsen van laadstations in een appartementsgebouw' voor meer informatie en de artikels 6-7-8 van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 11 november 2022 betreffende de laadpunten.
Worden garageboxen als open of gesloten parkings beschouwd?
Garageboxen worden niet als gesloten, maar wel degelijk als open parkings beschouwd (niet-overdekte parkings). Het besluit dat de algemene uitbatingsvoorwaarden voor parkings vastlegt, zegt dat een niet-overdekte parking een parking is zonder dak, of een geheel van garageboxen die individueel toegankelijk zijn via een niet-overdekte manoeuvreerruimte.
Door wie moet ik de brandveiligheidsinstallaties laten keuren?
Als u laadstations plaatst, moet u voldoen aan de wetgeving op brandveiligheid in parkings. De vereiste installaties voor de brandveiligheid hoeven echter niet te worden gekeurd wanneer u de laadstations plaatst. De brandweer controleert alle installaties wanneer een nieuwe milieuvergunning (voor de parking) wordt aangevraagd of wanneer de milieuvergunning moet worden vernieuwd.
Op welke financiële steun kan ik aanspraak maken wanneer ik een laadstation in een appartementsgebouw plaats?
De federale overheid voorziet in een belastingvermindering wanneer particulieren of organisaties laadstations plaatsen. Het Gewest voorziet ook in steun voor professionelen. Meer informatie over steunmaatregelen.
Zijn de door de brandweer opgelegde voorwaarden niet te streng om het plaatsen van laadpalen in de ondergrondse parkeergarages van gebouwen toe te staan?
De wetgeving is onlangs veranderd. Het is nu mogelijk om laadpalen te plaatsen in alle flatgebouwen. Alle informatie vindt u in de "Gids voor de installatie van laadpalen in flatgebouwen".
Kan een laadpaal worden geïnstalleerd in een ondergrondse parking?
De wetgeving betreffende de installatie van laadpalen op ondergrondse locaties is onlangs gewijzigd. Een besluit opgesteld in samenwerking met de DBDMH (brandweer van Brussel) werd in september 2022 goedgekeurd door de Brusselse regering. Dat besluit bepaalt de verhoudingen van de oplaadpunten voor parkings evenals de veiligheidsvoorwaarden die van toepassing zijn. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, zijn er geen beperkingen voor de installatie van laadpalen, zelfs niet ondergronds. Meer informatie over de regels voor parkings vindt u op de website van Leefmilieu Brussel.
Hoeveel oplaadpunten moeten er op een kantoorparking komen?
Het besluit van september 2022 bepaalt de verhoudingen van de oplaadpunten voor kantoorparkings: vanaf 1 januari 2025 minstens 10% van de parkeerplaatsen met een minimum van 2 oplaadpunten. Vanaf 1 januari 2030: minstens 20% van de parkeerplaatsen. Vanaf 1 januari 2035: minstens 30% van de parkeerplaatsen.
Hoeveel oplaadpunten moeten er worden geïnstalleerd op een parking van een handelszaak?
Het quotumbesluit van september 2022 bepaalt de verhoudingen van de oplaadpunten voor parkings van handelszaken: vanaf 1 januari 2025 minstens 5% van de parkeerplaatsen met een minimum van 2 oplaadpunten. Vanaf 1 januari 2030: minstens 10% van de parkeerplaatsen. Vanaf 1 januari 2035: minstens 30% van de parkeerplaatsen.
Waarom is het verplicht om vanaf 2025 laadpalen te installeren in mede-eigendommen?
Er zijn geen wettelijke vereisten voor mede-eigendommen waarvan de gebruikers van de parking geen elektrische voertuigen hebben. Als een van de gebruikers van de parking echter een elektrisch voertuig heeft, moet hij/zij het voertuig op deze parking kunnen opladen vanaf 1 januari 2025. Vragen over de installatie van laadpalen in mede-eigendommen? Raadpleeg de gids voor mede-eigendommen of neem contact op met de facilitator via dit adres: facilitator.laadinfra@leefmilieu.brussels.
Over het opladen aan publieke laadpalen
De laadpalen zijn uitsluitend bedoeld voor elektrische auto's en niet voor fietsen of andere elektrische vervoermiddelen (zoals scooters).
Let wel: u kunt niet alle voertuigen aan dezelfde laadpalen opladen. Vooral hybride voertuigen hebben een lager vermogen nodig.
Neem in het geval van een publieke laadpaal contact op met de operator. U vindt de contactgegevens meestal op de laadpaal terug.
Dat kan op twee manieren:
- Gebruik de laadbadge of -kaart van uw aanbieder van laaddiensten. Die brengt het bedrag in rekening.
- Hebt u geen oplaadprovider? Scan dan met uw smartphone de QR-code op de laadpaal en volg de instructies.
U kunt met de kaarten van de meeste oplaadproviders terecht bij de laadpalen van TotalEnergies en EnergyDrive.
Momenteel hanteren de beide laadstationoperatoren de volgende tarieven:
- TotalEnergies: 0,58 €/kWh (ter informatie), met een minimum van 10 kWh per laadbeurt.
- EnergyDrive: 0,35 €/kWh (ter informatie), met een minimum van 5 kWh per laadbeurt.
Let wel: u moet bij dit bedrag nog de eventuele meerkosten van uw MSP rekenen.
Als u geen overeenkomst met een MSP hebt en u met uw smartphone de QR-code op de laadpaal scant, gelden de volgende tarieven:
- TotalEnergies: 0,58 €/kWh (ter informatie), met een minimum van 10 kWh per laadbeurt.
- EnergyDrive: 0,35 €/kWh (ter informatie), met een minimum van 5 kWh per laadbeurt.
Bij een gemiddeld verbruik van 15 kW per 100 kilometer betaalt u dus € 5,25 bij EnergyDrive en € 8,70 bij TotalEnergies, boven op de eventuele kosten van uw MSP (leverancier).
Aan een laadpaal met een vermogen van 7,4 kW duurt het voor de meeste elektrische voertuigen 30 minuten voor een rijbereik van minstens 20 kilometer. De laadpalen van het Brusselse netwerk hebben een normaal vermogen tussen 7,4 kW en 11 kW.
Gemiddeld blijft een voertuig 95% van de tijd stilstaan. Bij normaal dagelijks gebruik van het voertuig wordt daarom aanbevolen de accu 's nachts op te laden. Om sneller op te laden kunt u de openbare snel laadpalen gebruiken (zie kaart "Waar opladen" en activeer de filters "Snel” en "Super snel"). Deze oplaadpunten kunnen in 30 minuten ongeveer 80% van de batterij opladen, maar ze zijn duurder dan normale laadpunten.
Voor privé laadpalen zijn de kosten afhankelijk van de oplaadprovider overeengekomen elektriciteitscontract. Voor normaal openbaar laadpalen hangen de kosten af van de leverancier van het laadpunt. Het is iets hoger dan voor privé laadpalen. Momenteel zijn er in Brussel 2 leveranciers met de volgende tarieven: TotalEnergies: 0,58 €/kWh / EnergyDrive: 0,35 €/kWh.
Over het opladen aan privélaadpalen
U hebt verschillende mogelijkheden. U kunt een beroep doe op een elektricien, op een firma gespecialiseerd in het plaatsen van laadpalen of op uw concessiehouder. Ook een aantal energieleveranciers bieden deze dienst aan.
Ja, onder bepaalde voorwaarden hebt u recht op belastingvermindering voor de uitgaven gedaan tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024. Die varieert van 45 % tot 15 % (met een plafond van € 1500), afhankelijk van het jaar waarin u voor de plaatsing hebt betaald.
Voor een snel- of semisnellaadpaal hebt u een driefasige aansluiting van 400 V + N nodig. Als u aangesloten bent op een 230 V-netwerk, kunt u nog steeds tegen deze snelheden opladen door een spanningsregelaar te installeren. U hebt dan wel een driefasige 230 V-aansluiting nodig.
We raden niet aan om een (semi)snellaadpaal voor huishoudelijk gebruik te installeren. Die zijn veel duurder om aan te sluiten op het netwerk. En tenzij u dagelijks meerdere honderden kilometers rijdt, is een normale laadpaal met één vermogen ruim voldoende.
De huidige wetgeving (zie artikels 7.2 en 7.3 van de wegcode) verbiedt het opladen van een elektrisch voertuig met een kabel die vanuit de woning over het voetpad naar het voertuig loopt. Die kabel vormt niet alleen een elektrisch risico, maar vermindert ook de toegankelijkheid en de veiligheid van personen die het voetpad gebruiken (valgevaar voor voetgangers, PBM's, e-steps enz.) en vormt een belemmering van de publieke ruimte.
Bovendien zegt de wetgever (zie artikel 29, §2 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest) dat alleen Sibelga het exclusieve recht heeft om elektrische kabels in de publieke ruimte te onderhouden, te vervangen en te leggen.
Nee. Een standaard stopcontact (15-20 ampère) is niet ontworpen om urenlang op volle kracht te werken. Pas op voor brandgevaar! Om uw installatie conform te maken, moet u ten minste een elektricien vragen een circuit te installeren dat uitsluitend bestemd is voor het opladen van uw voertuig. Het is absoluut noodzakelijk dat dit circuit goed is gedimensioneerd en beveiligd om brandgevaar te voorkomen. Vind alle informatie in onze gidsen voor de installatie van een laadpaal.
Op basis van de informatie waarover we nu beschikken, lijken de brandbelasting of het brandgevaar tijdens het parkeren niet hoger voor elektrische of hybride voertuigen dan voor recente voertuigen met een verbrandingsmotor. Men neemt wel aan dat het brandgevaar bij elektrische of hybride voertuigen lichtjes hoger ligt tijdens het laden.
Voertuigen en batterij: Er zijn specifieke risico's verbonden aan bepaalde batterijen (lithium-ionbatterijen) die in elektrische of hybride voertuigen worden gebruikt. Het gaat om de zogenaamde thermische instabiliteitsreactie die ertoe kan leiden dat het voertuig vuur vat. Het batterijmanagementsysteem van het voertuig is ontworpen om dat te vermijden, maar dat werkt niet feilloos. Tijdige detectie is cruciaal om thermische instabiliteit te voorkomen.
Laadinfrastructuur: De grootste risico's hebben niets te maken met het voertuig, maar zijn van elektrische aard. Daarom is het belangrijk dat de infrastructuur conform is en blijft gedurende de volledige levensduur van de installatie dankzij een nauwgezet beheer: nazicht, onderhoud en keuringen. De geldende veiligheidsregels voor elektrische installaties vindt u terug in het AREI (algemeen reglement op de elektrische installaties). Dit reglement in acht nemen is niet alleen een verplichting, maar laat ook toe om het risico op brand heel sterk te verminderen.
Overschakelen op elektrisch?
Het minst vervuilende voertuig is een voertuig dat geen uitstoot genereert. Daarom raden we de Brusselaars aan om zoveel mogelijk gebruik te maken van duurzame vervoermiddelen (wandelen, fietsen of openbaar vervoer). Als dat niet mogelijk is, raden we hen aan om lichte voertuigen te gebruiken (die weinig energie verbruiken) en indien mogelijk elektrische voertuigen (EV), omdat deze minder impact hebben op de luchtkwaliteit en de klimaatverandering dan voertuigen met een verbrandingsmotor. EVs kunnen bovendien worden opgeladen met hernieuwbare energie. Bepaalde materialen die aanwezig zijn in batterijen worden echter gewonnen uit mijnen, hetgeen een negatieve impact heeft op het leefmilieu: verontreiniging van water, bodem en lucht en aantasting van ecosystemen en landschappen. Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar oplossingen om batterijen duurzamer, performanter en betaalbaarder te maken en tegelijkertijd het gebruik van materialen met een grote impact op het milieu te beperken via hergebruik, recyclage, keuze van materialen die in de batterij worden gebruikt enz.
Meer weten? Ontdek de 3 dossiers over de milieu-impact van elektrische voertuigen van Leefmilieu Brussel.
Elektrische voertuigen zijn niet vervuilender dan benzinevoertuigen, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de productie van batterijen. Gemotoriseerde mobiliteit, zowel thermisch als elektrisch, heeft een aanzienlijke impact op het milieu. Daarom raden we mensen in Brussel aan om waar mogelijk te lopen, te fietsen en het openbaar vervoer te gebruiken, en alleen een auto te gebruiken als het echt nodig is. Uit studies van levenscyclusanalyses waarmee een milieubalans kan worden opgemaakt, blijkt echter dat het elektrische voertuig, zelfs met de productie van de batterij, beter is dan het thermische voertuig, zowel wat de luchtkwaliteit als de uitstoot van broeikasgassen betreft.
Meer weten? Ontdek de 3 dossiers over de milieu-impact van elektrische voertuigen van Leefmilieu Brussel.
De Europese en Belgische markt voor elektrische voertuigen, meer bepaald personenwagens, groeit al enkele jaren snel. Vergeleken met andere technologieën hebben elektrische voertuigen (EV) de geringste impact op de luchtkwaliteit in de stad en de klimaatverandering. Bovendien kunnen EVs worden opgeladen met hernieuwbare energie en kunnen ze een belangrijke rol spelen in de opslag en uitwisseling met het elektriciteitsnet via de 'Vehicle-to-Grid'-technologie (V2G). Dankzij deze oplossing kunnen de batterijen van het voertuig worden gebruikt als eenheden om elektriciteit op te slaan. In combinatie met een 'slim laadbeheer' kan overtollige hernieuwbare energie (geproduceerd wanneer er weinig of geen verbruik is) worden opgeslagen in autobatterijen. Wanneer de vraag naar elektriciteit hoog is (en de productie niet meer voldoende is om aan het verbruik te voldoen), kan de opgeslagen elektriciteit lokaal worden verbruikt of opnieuw op het elektriciteitsnet worden geïnjecteerd. Meer info over de batterijen van EVs?
Elektrische voertuigen vormen geen groter brandrisico dan voertuigen met verbrandingsmotoren (benzine of diesel). Het bestrijden van een brand waarbij elektrische voertuigen betrokken zijn, verschilt echter van een brand waarbij alleen verbrandingsvoertuigen betrokken zijn. Het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) bevat de reglementaire veiligheidsvereisten voor elektrische installaties. De naleving van dit reglement is niet alleen verplicht, maar vermindert ook in grote mate het risico op brand. Dat risico kan worden beperkt door ervoor te zorgen dat de infrastructuur tijdens de volledige levensduur van de installatie aan de voorschriften voldoet: verificaties, onderhoud en controles van de installatie.
https://leefmilieu.brussels/pro/diensten-en-aanvragen/advies-en-begeleiding/de-elektrische-voertuigen-leidraad-integreer-elektrificatie-al-uw-mobiliteit?highlight=guide%20de%20l%27%C3%A9lectrificationDe prijs van EVs zal tegen 2026-2027 gelijk zijn aan die van voertuigen met verbrandingsmotoren, afhankelijk van het segment. Voor bepaalde toepassingen, vooral als er veel kilometers mee worden gereden, is de TCO (Total Cost of Ownership, zie hieronder) vandaag al gunstig bij elektrische voertuigen. EVs bevinden zich niet alleen op een neerwaartse prijscurve (door de prijs van de batterij die al zo'n vijftien jaar daalt), maar voertuigen met verbrandingsmotoren zullen ook steeds duurder worden naarmate de Europese vervuilingsnormen strenger worden, waardoor ze moeten worden uitgerust met zuiveringssystemen. Om de TCO van thermische, elektrische en gedeelde voertuigen te vergelijken, kunt u de Car Cost Calculator raadplegen, een tool die werd ontwikkeld door Leefmilieu Brussel.
De Total Cost of Ownership of TCO omvat alle directe en indirecte kosten die gepaard gaan met het gebruik van een voertuig gedurende de gehele gebruiksduur. Dat is de aankoop- of leaseprijs plus alle andere kosten van het voertuig (brandstof, onderhoud, verzekering, parking enz.). Aan de hand van de TCO kunt u verschillende voertuigen objectief met elkaar vergelijken op basis van meer factoren dan de kostprijs voor hun aanschaf of huur. Een voertuig kan immers een hogere aanschafprijs hebben, maar een lagere TCO omdat het minder duur is in gebruik, bijvoorbeeld omdat het minder energie verbruikt. Om de TCO van thermische en elektrische voertuigen te vergelijken, kunt u de Car Cost Calculator raadplegen, een tool die werd ontwikkeld door Leefmilieu Brussel. Je kunt ook hoofdstuk 3 van de elektrische voertuigen leidraad van Leefmilieu Brussel raadplegen.
Als u de koolstofvoetafdruk van uw verplaatsingen of die van uw medewerkers wilt verkleinen, moet u in de eerste plaats zorgen voor minder en kortere verplaatsingen. In de tweede plaats moet u mechanismen invoeren die het gebruik van alternatieve vervoerswijzen in plaats van gemotoriseerde voertuigen vergemakkelijken. Tot slot moet u het gebruik van de minst vervuilende voertuigen aanmoedigen, naargelang de behoeften van uw organisatie. Raadpleeg voor meer informatie de elektrische voertuigen leidraad van Leefmilieu Brussel. Deze leidraad is onderverdeeld in drie delen: bedrijfswagenparken, dienstwagenparken en dienstwagenparken van openbare instellingen.
Wanneer uw medewerkers de overstap moeten maken naar elektrisch rijden, kunnen ze vragen hebben over het opladen van de voertuigen, het gebruik van een laadpunt of -kaart, de autonomie van het voertuig enz. Het is belangrijk dat u hun vragen kunt beantwoorden en hen gerust kunt stellen als ze zich zorgen maken. De strategie die u hierbij kunt volgen, vindt u in de elektrische voertuigen leidraad van Leefmilieu Brussel.